Dat het vaak een hel was. Dat ik nog niet eens de helft verteld heb over hoe erg het soms is geweest. Dat hij heeft afgezien alsof hij gemarteld werd. Dat hij godverdomme gemarteld is. Met de benen opgetrokken, schreeuwend van de pijn die maar niet de duimen wou leggen voor alle chemische troep die hem is opgeduwd, ingeduwd, opgespoten en binnen gegoten. Dat ik op de gang ging zitten ver weg van zijn kamer om het geschreeuw niet meer te moeten aanhoren. Om niet van mijn sus te draaien van de stress. Dat hij soms zo hard moest verdoofd worden, dat hij begot niet meer wist dat hij nog bestond. Dat hij kotsmisselijk naar toilet moest pikkelen en terug. Dat hij na de eerste operatie van vijf en een half uur, brandende pijnen moest doorstaan aan zijn voet. Pijnen die lange tijd maar niet onderdrukt konden worden. Dat hij twee Collect 'n Go-plooibakken vol medicatie heeft verzameld en alles daarin aanwezig ooit moest slikken of tot op het laatste slikte. Dat hij doodsangsten had. Dat hij tranen met tuiten heeft gejankt. Dat hij door de incontinentie in zijn broek deed zonder het zelf te weten. Dat hij uren op de pot zat om zelf lavementen te steken. Dat hij na een uur op de pot een pamper aandeed, naar de woonkamer wandelde en kon terugkeren om zich weer proper te maken. Dat hij op het laatste moest braken, wat er langs de achterzijden niet meer uitgeraakte. Dat hij een stuk in de dag sliep en daarna verdrietig was omdat hij niet naar school was geraakt. Dat hij soms zo gedrogeerd was dat hij in geen velden of wegen meer op Haiko leek. Dat hij naar school ging en tijdens de pauze niet durfde aangeven dat zijn maten wat trager moesten stappen, want dat hij niet meekon pikkelen aan dat tempo en er ook de fysiek niet meer toe had. Dat hij zich zelf zag aftakelen en vooral de laatste maanden meer en meer besefte dat hij doodging. Dat hij verslaafd geraakte aan de ketalar. Dat hij zelf bij spoot om zijn hersens stil te zetten en de miserie aan te kunnen.
Dat je dat als ouder maar allemaal moet proberen weerleggen om hem er door te trekken. Dat je je soms afvraagt of je dat voor hem of voor jezelf doet. Wil je hem langer zijn leven laten leiden of lijden? Of wil je hem gewoon zo lange mogelijk bij je houden? Doe je het uit eigenbelang of zijn belang? Dat je je afvraagt of wij mensen ons zo superieur tegenover de natuur mogen voelen dat we echt alles proberen om iemand's leven te verlengen. Dat je aan hem niet kan ontkennen dat hij doodgaat. Dat je hem moet overtuigen om enkel nog in het nu te leven, terwijl jij weet dat je wel nog een toekomst hebt en kan plannen. Dat je hem moet motiveren te vechten tegen iets waar je geen enkel verhaal tegen hebt. Dat je soms opgelucht was dat hij bij de andere ouder was.
tbc